OWB1

Beauvent investeert al meer dan 20 jaar samen met bijna 9000 coöperanten in de productie van hernieuwbare elektriciteit via PV-panelen (zon) en windturbines (wind). Daarnaast is Beauvent exploitant van het warmtenet in Oostende. Het project OWB1 brengt beiden samen.

Vlaanderen kent de laatste jaren een sterke groei van hernieuwbare elektriciteitsproductie. Deze groei gaat gepaard met groeipijnen. Deze groeipijnen creëren ook opportuniteiten.

De elektriciteitsmarkt is marktgedreven: de elektriciteitsprijs wordt bepaald door vraag en aanbod. In periodes met veel zon of wind is er veel (hernieuwbare) elektriciteitsproductie. Dit 'overaanbod' leidt tot tijdelijke lage en zelfs negatieve elektriciteitsprijzen. Dit is nefast: 

• Lage elektriciteitsprijzen remmen nieuwe hernieuwbare energieprojecten. De zware investeringen worden moeilijker terugverdiend.
• Negatieve elektriciteitsprijzen hebben ook impact op bestaande hernieuwbare projecten. Deze installaties worden simpelweg tijdelijk afgeschakeld. 

Wanneer hernieuwbare energie wordt afgeschakeld, blijft minder stuurbare elektriciteitsproductie (vaak fossiel of op kernenergie) wél gewoon actief. Het resultaat is een elektriciteitsmix met minder hernieuwbare energie én meer CO2-uitstoot dan wat mogelijk is op basis van bestaande zonne- en windinstallaties.

Hét middel om dit mechanisme te keren is flexibiliteit. Beauvent zet hier via OWB1, de eerste Oostendse warmtebuffer, op in.

Concreet wil OWB1 elektrische flexibiliteit via thermische buffering integreren op de site van Biostoom in de Oostendse achterhaven. Biostoom produceert op vandaag elektriciteit op een continue, stabiele en weinig stuurbare basis. Elektrische flexibiliteit is er op vandaag, op een beperkte piloot met batterijen na, niet structureel geïntegreerd in de bedrijfsvoering. Batterij-opslag werkt, maar is veel duurder en vereist meer materialen en een grotere oppervlaktefootprint dan thermische buffering. 

Via thermische buffering, simpel verwoord een thermos met water, kan heel eenvoudig véél energie opgeslagen worden. Om een thermische buffer te ontladen is echter ook een warmte-afnemer op een lagere temperatuur nodig. Hier biedt het warmtenet Oostende de oplossing. De aansluiting van de buffer op het warmtenet Oostende, laat toe om de thermische buffer op geschikte tijdstippen opnieuw te ontladen.

Binnen het project wordt een grote thermische buffer (5.000 tot 10.000 m³) gerealiseerd waarop aan bronzijde de aftapstoom van de turbine van Biostoom wordt aangesloten en aan afnamezijde een warmtecentrale voor het warmtenet Oostende. De turbineaftap wordt geactiveerd op tijdstippen van lage of negatieve elektriciteitsprijzen. Hierdoor ontstaat een dubbel effect:

• de warmtebuffer wordt geladen met goedkope energie
• het elektriciteitsnet wordt ontlast, waardoor bestaande hernieuwbare bronnen wél kunnen produceren. Het project countert dus de tendens naar negatieve uren.

Het project laat vanaf de opstart toe om 2 MW elektriciteitsproductie flexibel te activeren en kan 15 tot 25 MW fossielvrije warmte produceren voor het warmtenet Oostende, waar het bij warmteklanten fossiele emissies verdringt. De eerste Oostendse warmtebuffer, OWB1, is overigens slechts een beginpunt. Het project is uitbreidbaar met andere warmtebronnen (zoals eboilers en warmtepompen) en kan dienen als inspiratie voor alle elektriciteitscentrales en warmtenetten in Vlaanderen.