SUPER

De afgelopen decennia is geestelijke gezondheid steeds meer op de voorgrond getreden en steeds belangrijker geworden. Ondanks de hoge frequentie van psychische problemen en het toegenomen bewustzijn van de noodzaak om hulp te zoeken, zijn er nog steeds barrières zoals stigmatisering en lange wachtlijsten, wat leidt tot hiaten in de behandeling: veel mensen hebben geestelijke gezondheidszorg nodig, maar krijgen die niet.

Een mogelijke oplossing is het gebruik van technologie: het heeft de potentie om moeilijk bereikbare populaties te helpen en om de traditionele behandelingen uit te breiden. Ondanks dit potentieel gaat technologie gepaard met uitdagingen op het gebied van aanpassing, invoering en therapietrouw, ook in de Noordzee-regio. Deze aspecten kunnen verbeterd worden door de eindgebruikers bij elke stap van de technologieontwikkeling te betrekken om de technologie aan de gebruikers aan te passen.

Tijdens dit project willen we daarom richtlijnen ontwikkelen voor ondernemers en organisaties in de geestelijke gezondheidszorg over hoe eindgebruikers en professionals in de geestelijke gezondheidszorg te betrekken bij de (transnationale) ontwikkeling, implementatie en aanpassing van technologie voor geestelijke gezondheidszorg. Dit zal een gezamenlijke samenwerking zijn van de projectpartners (GGz Centraal (NL), Thomas More Hogeschool (BE) en Centrum voor Digitale Psychiatrie (DK)) waarvan GGz Centraal en Centrum voor Digitale Psychiatrie al eerder eindgebruikers betrokken hebben bij de ontwikkeling van hun applicaties.

Naast inzichten met betrekking tot de betrokkenheid van eindgebruikers, zal ook transnationale implementatie van technologie in de richtlijnen worden opgenomen, om een bredere toepassing te faciliteren. Na de ontwikkeling van de gezamenlijke richtlijnen zullen deze worden toegepast in tandem pilots.

De Nederlandse Stress Autisme Made (SAM) applicatie van GGz Centraal zal worden aangepast en uitgerold met betrokkenheid van Deense eindgebruikers; de Deense applicatie voor suïcidale gedachten zal worden aangepast aan en geïmplementeerd in Nederland. Tijdens en na het project zal er aandacht zijn voor de communicatie om ervoor te zorgen dat de bevindingen gebruikt kunnen worden door alle relevante stakeholders.